Rond 15 uur vertrekken Ineke en ik met de camper uit Surrey.
Via de snelweg rijden we naar het oosten, waar we bij Hope onze eerste korte
stop maken.
Daarna verlaten we Highway 1 en nemen we Highway 3 die naar
het Zuidoosten kronkelt. De weg klimt hoger en hoger de Cascade Mountains in tot
we via Allison Pass (1342 meter) Manning Provincial Park inrijden. Het is er
schitterend: hoge beboste bergen waar op tal van plaatsen water van afstroomt,
dat de snel stromende rivieren verder vult. Hier en daar ligt nog sneeuw en
daaraan kunnen we goed merken dat we aardig hoog zitten.
Eerst regent het en hangen de wolken laag, maar als we de
bergen door zijn klaar het weer op.
Tot twee keer toe zien we onderweg een beer. De tweede keer
kunnen we tijdig stoppen en vanaf de overkant van de weg een foto maken. Ik wil
de camper uit, maar dat mag onder geen voorwaarde van Ineke. Dus moeten
jullie het met dit afstandsplaatje doen.
We overnachten na een kleine 200 km op Mule Deer Campground waar we bijna in ons
eentje staan. We staan pal aan de Simalkameen River. Die bruist en klatert en
dus moeten we er ’s nachts heel wat keren uit … Het is hier koud: 5 graden in
de nacht in de camper. We zijn blij dat we ons winterdekbed hebben meegenomen.
We slapen uit en kunnen donderdagochtend in de zon ontbijten.
Rond 11 uur vertrekken we en we maken klimmend en dalend een
prachtige tocht door de uitlopers van de Cascade Mountains. En steeds is de
Simalkameen River onze metgezel.
De bergen worden heuvels, we passeren Princeton en landen
na 100 km vroeg in de middag op Stemwinder Campground: ook hier is het weer uitgestorven
en ook hier staan we weer pal aan de rivier. Er is net als op de vorige camping geen water en electra. Maar dat maakt niet uit: we hebben onze eigen douche aan boord.
Wolken en zon wisselen elkaar af. Er is hout in overvloed om
een vuur te maken enm daarop onze avondmaaltijd (maïskolven, braadworst en
broodjes) te bereiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten