vrijdag 25 mei 2012

Camperen

Op woensdag 23 mei halen Anne en ik bij Traveland in Langley ‘onze’ camper op, waarmee we nog tien dagen op pad hopen te gaan. Het is er eentje van 26 feet, iets korter dan de 30 feet van Anne en Anke, maar toch een forse knaap. We hebben deze camper gekozen vanwege het bed waar je aan beide kanten uit kunt, zodat je niet over elkaar heen hoeft te klimmen. Op onze leeftijd wel belangrijk … Daarna brengen we Anne en Anke naar het vliegveld voor hun thuisreis, terwijl Ineke de camper vast voor een groot deel inlaadt. Bij Vancouver International Airport nemen we afscheid: we hebben het heel goed gehad samen.

Rond 15 uur vertrekken Ineke en ik met de camper uit Surrey. Via de snelweg rijden we naar het oosten, waar we bij Hope onze eerste korte stop maken.


Daarna verlaten we Highway 1 en nemen we Highway 3 die naar het Zuidoosten kronkelt. De weg klimt hoger en hoger de Cascade Mountains in tot we via Allison Pass (1342 meter) Manning Provincial Park inrijden. Het is er schitterend: hoge beboste bergen waar op tal van plaatsen water van afstroomt, dat de snel stromende rivieren verder vult. Hier en daar ligt nog sneeuw en daaraan kunnen we goed merken dat we aardig hoog zitten.


Eerst regent het en hangen de wolken laag, maar als we de bergen door zijn klaar het weer op.


 
Tot twee keer toe zien we onderweg een beer. De tweede keer kunnen we tijdig stoppen en vanaf de overkant van de weg een foto maken. Ik wil de camper uit, maar dat mag onder geen voorwaarde van Ineke. Dus moeten jullie het met dit afstandsplaatje doen.


We overnachten na een kleine 200 km op Mule Deer Campground waar we bijna in ons eentje staan. We staan pal aan de Simalkameen River. Die bruist en klatert en dus moeten we er ’s nachts heel wat keren uit … Het is hier koud: 5 graden in de nacht in de camper. We zijn blij dat we ons winterdekbed hebben meegenomen. We slapen uit en kunnen donderdagochtend in de zon ontbijten.




Rond 11 uur vertrekken we en we maken klimmend en dalend een prachtige tocht door de uitlopers van de Cascade Mountains. En steeds is de Simalkameen River onze metgezel. 






De bergen worden heuvels, we passeren Princeton en landen na 100 km vroeg in de middag op Stemwinder Campground: ook hier is het weer uitgestorven en ook hier staan we weer pal aan de rivier. Er is net als op de vorige camping geen water en electra. Maar dat maakt niet uit: we hebben onze eigen douche aan boord.






Wolken en zon wisselen elkaar af. Er is hout in overvloed om een vuur te maken enm daarop onze avondmaaltijd (maïskolven, braadworst en broodjes) te bereiden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten